Wat word ik er moe van. Die eindeloze innerlijke strijd tussen mij en een ziekte die maar niet weg wil. Waar ik vooral zo moe van wordt zijn die vervelende negatieve gedachten die zomaar ineens mijn dag kunnen verpesten. Een tijdje geleden las ik uit mijn Bijbel en belandde ik in Efeze 6. De geestelijke wapenrusting. Een bekend gedeelte en ontzettend actueel. Maar om eerlijk te zijn had ik dit gedeelte nooit zo op mijzelf toegepast. Terwijl dit gedeelte wel degelijk voor mij van toepassing is.
Ik wil je even meenemen naar mijn strijdtoneel. Twee legers. Aan de ene kant een gigantisch leger aan negativiteit, somberheid en vermoeidheid. Daar tegenover sta ik. In mijn eentje, met een rugzak op mijn rug. Een rugzak vol met tips van alle psychologen die een poging hebben gewaagd om mij te ‘genezen’. Daarmee ben ik echt wel een geduchte tegenstander, maar op slechte dagen word ik vaak alsnog genadeloos onderuitgehaald. Een oneerlijk gevecht waarbij ik altijd maar aan het kortste eind trek. En ik vraag mij af of ik het dan uiteindelijk toch ga verliezen.
En natuurlijk word ik volledig vertrapt met alleen een rugzakje op mijn rug. Begrijp me niet verkeerd, ik ben blij dat ik hem heb. Maar om nu te zeggen dat ik een geduchte tegenstander ben…
‘Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden.’ Efeze 6: 13
Dit wil ik ook! Maar nog nooit heb ik de complete wapenrusting aangetrokken. Althans, niet bewust. Maar dit is nu juist precies wat ik nodig heb om stand te kunnen houden. Okay, hoe ga ik dit doen…
Gewoon maar aantrekken denk ik. Te beginnen met de gordel van de waarheid en het harnas van de gerechtigheid. Waarheid en gerechtigheid. Tja, wiens waarheid eigenlijk? Mijn waarheid? Ik mag hopen van niet. Algemene waarheden dan? Ik ben bang dat dit mij niet bepaald sterker gaat maken. Wat dan wel? Gods waarheid. De waarheid dat de duisternis is overwonnen door het licht. Dat geen enkele kwade macht mij meer kan claimen. Dus ook niet die duisternis die uit mijzelf vandaan komt. Dàt is waarheid. Deze waarheid maakt mij wel sterker. En zeker in combinatie met het harnas van gerechtigheid. Dit harnas beschermt mijn meest vitale organen. Gods gerechtigheid beschermt mijn hart.
Nu volgen de schoenen. Schoenen van de bereidheid van het evangelie van de vrede. Bereidheid om te gaan. Om de mensen te vertellen over God en wat Hij voor de mensen heeft gedaan. Vertellen van de blije boodschap dat God mens wilde worden. Dat Hij moest sterven om ons te ontdoen van onze schuld. Dat voor iedereen die in Hem gelooft, niet zal sterven en eeuwig zal leven. Dit is toch geweldig nieuws? Dit wil je toch met iedereen delen? Waarom laat ik die schoenen dat zo vaak staan?
En dan nu mijn schild. Het schild van het geloof om de aanvallen af te kunnen weren. Niet meer incasseren maar afweren. Het geloof is mijn bescherming tegen de duisternis. Tegen de vurige pijlenregen die zo vaak op mij afkomt. Pijlen vol van leugens. ‘Je zal je nooit beter gaan voelen.’ De pijl vliegt razendsnel op mij af. De volgende wordt afgeschoten; ‘Jij?! Een goede moeder? Pff, je kunt amper voor jezelf zorgen.’ Daar komt er nog één; ‘weet je zeker dat ze je aardig vinden?’ En nog één; ‘je depressie gaat het van je winnen.’
Al die pijlen, die brandende pijlen. Dan hef ik mijn schild. Het schild van het geloof. Want mijn geloof vertelt mij het tegenovergestelde. Mijn geloof vertelt mij dat ik wel waardevol ben. Dat mijn kracht ligt in mijn zwakheid. Mijn geloof heeft een God die geneest. Een God die verlost. Een God waar de vermoeiden rust vinden. En dan kunnen die pijlen branden wat ze willen, maar tegen zo’n schild maken ze geen schijn van kans!
En nu? Nu is de helm aan de beurt. De helm van de zaligheid. Van de verlossing. Verlossing van mijn schuld. Mijn gebreken. Mijn gebrokenheid. Dat ik ondanks alles kan zeggen: ‘Ik ben verlost.’
Deze 3 woorden hebben zoveel kracht. Probeer het hardop te zeggen: ‘Ik ben verlost.’
Tegenover dat enorme leger. Bevend in mijn harnas; ‘Ik ben verlost!’
Tot slot krijg ik nog een zwaard. Ik hoef niet alles allee maar te incasseren. Ik mag ook terugvechten met mijn zwaard. Het zwaard van Gods woord. De Bijbel. Dat zijn maar liefs 1557 pagina’s aan aanvallen! Maar dan moet ik die 1557 pagina’s natuurlijk wel lezen. En het bovenal kennen in mijn hart. Alleen dan kan ik dat zwaard pas echt op de juiste manier gebruiken.
Ondertussen ben ik nu volledig uitgerust en klaar voor de strijd! En nu? Ben ik dan nu onoverwinnelijk? Ik denk dat het anders zit. Ja, mijn uitrusting is onoverwinnelijk. Degene in de uitrusting alleen niet. Er zit namelijk nog steeds een mens in dat harnas. Iemand die nog wel eens haar helm vergeet of denkt die schoenen toch niet nodig te hebben. En dat maakt mij wel weer weerbaar voor de aanvallen van binnen- en buitenaf. En ik ben er echt wel een beetje klaar mee om telkens weer te verliezen. En ik moet het ook niet alleen willen doen. Met deze wapenuitrusting kan dat ook eigenlijk niet. Want deze wapenuitrusting is doordrenkt met die ene naam; Jezus Christus. Hij die al die kwade machten, al die gebrokenheid heeft overwonnen. Hij die mijn strijd als geen anders kent. Hij die mij niet in mijn eentje laat strijden. Dàt maakt mij onoverwinnelijk. Ik word er stil van. En tegelijkertijd zet het mij in beweging. Het geeft mij kracht. Zoveel kracht dat ik het wel kan uitschreeuwen naar mijn tegenstander: ‘Kom maar op! Mij staat een sterke held ter zij.’
‘De HEERE zal voor u strijden, en ú moet stil zijn.’
Exodus 14:14
Reactie plaatsen
Reacties
Al kwellen ziekten .zorgen.machten.ik zal ze met Gods Woord verslaan...Nochtans,ja nochthans zal ik.juichen de Here Here is mijn kracht! Dit lied ging door mij heen toen ik jouw prachtige verhaal las. God heeft jou gezegend met een prachtig inzicht en ja jij hoeft niets want in de stilte is Hij.Toen jezus verleid werd in de woestijn, gaf hij telkens antwoord met het Woord van God . Ook.ik kamp steeds met de aanklager die mij naar beneden trekt. Dank je wel dat je mij de weg weer hebt gewezen,lieve Aline God zegene je!
Mooi geschreven zo is het wel we moeten altijd blijven vechten met onze wapenuitrusting aan .
Liefs Truus.