Afgelopen week mocht ik werken op de vrouwendag in Giessenburg. Elk jaar sta ik samen met mijn collega achter de boekenkraam. Ontzettend leuk!
Ik ga er altijd zonder verwachting heen. En ik kom altijd terug met een hart vol liefde.
Alle boeken staan netjes en we besluiten om ook maar eens het programma bij te wonen. Zachtjes loop ik de zaal binnen om mijn plekje op te zoeken.
Voorin de zaal op het podium staan koffers. Op één van die koffers staat: ‘Depressie’. Ik voel dat mijn hart een paar slagen overslaat. Daar staat dat monster weer, roerloos op dat podium. Ha! Daar ben ik weer!’ lijkt hij te zeggen. Voor een moment word ik boos omdat hij een podium krijgt. Jij verdient geen podium! Sterker nog, jij bent hier helemaal niet welkom. Jij mag er überhaupt niet zijn. Maar je bent er tóch. Je bent er altijd.
En terwijl ik maar naar die koffer blijf staren, hoor ik al die honderden vrouwen zingen: ‘eenmaal is het vechten voorbij.’
Jij kan mij niets maken, dacht ik terwijl ik de grip van die koffer voel verzwakken.
Toen ik na de lunch terug de zaal ik liep viel mij iets op. Al die andere koffers stonden er nog, maar die ene koffer, die koffer die stilletjes al mijn aandacht trok, was weg. En of het papier er nu afgevallen was of door iemand was weggehaald deed er niet zo toe. Ik kon alleen maar glimlachen.
Genietend van de absentie van die koffer, denk ik aan vorig jaar. Toen zat ik hier ook. Ik was net zwanger van Sarah en ik zat echt niet lekker in mijn vel. Ik ben zwanger dan hoor ik toch blij te zijn en te genieten? Maar depressie zorgde ervoor dat ik dat nauwelijks kon. Ik was het zó zat! Maar die strijd die voor mijn gevoel al een eeuwigheid duurde bleef maar aan mij trekken.
Tijdens een stilte moment legde ik mijn vraag neer bij God. ‘Hoe lang nog?’ ‘Hoe lang gaat dit nog duren?’
En ik kreeg antwoord.
‘Zo daalt zijn kracht op u in zwakheid neer. Wacht dan, ja wacht, verlaat u op de Heer.’
Wachten…
Ik weet niet hoe dat bij jou zit, maar ik ben daar niet zo goed in. En ik moet eerlijk bekennen dat ik eigenlijk liever ‘ja’ of ‘nee’ had gehad. Maar God had duidelijk gezegd dat ik moest wachten. Er werd die dag zelfs nog gebeden voor genezing. De maanden die volgden waren zwaar en werden alleen maar zwaarder. Nog steeds klonk het in mijn hoofd: ‘Wacht.’
Nu zit ik hier weer. Ben ik genezen? Heb ik lang genoeg gewacht? Is de situatie nu anders dan vorig jaar? De situatie is niet per se anders. Mijn hart wel.
Aan het einde van de dag kregen we nog een cadeautje. Een klein koffertje. Op het koffertje staat: ’Hij is er altijd bij.’ In dat koffertje staat een persoonlijke tekst. En van al die koffertjes pak ik degene met de tekst: ‘Mijn genade is voor u genoeg.’ 2 Korinthe 12: 9
Ik staar weer naar een koffer, maar deze keer is het een koffertje vol met troost. De koffer met depressie was overduidelijk groter, maar dit kleine koffertje is zo veel krachtiger.
Ik wacht nog steeds en ik zal blijven wachten. In vertrouwen dat God doet wat Hij beloofd. Dat maakt het wachten dragelijk.
Liefs,
Alina
Reactie plaatsen
Reacties
Wat een mooie kwetsbare blog.
Ik ben geraakt en onder de indruk.
Dank je wel dat je dit heb gedeeld lieve Aline Machtig mooi meis. God is Groot.